Waar wordt een zetdeeg voor gebruikt?
Een zetdeeg of kruimeldeeg is een zanddeeg dat niet luchtig is. Het is een stevig, niet-spuitbaar deeg dat geschikt is om uit te rollen. Na het uitrollen kan het op verschillende manieren worden verwerkt tot (taart)bodems, koekjes en stukwerkproducten. In tegenstelling tot wrijf- en roerdegen kan het goed gekoeld worden bewaard, waarbij dit het verwerken zelfs gemakkelijker maakt.
Een zetdeeg wordt bereid van de volgende grondstoffen:
- Bloem. Afhankelijk van de eigenschappen wordt hiervoor patentbloem, Zeeuwse bloem of een combinatie van beiden gebruikt. Patentbloem is geschikt voor degen die minder moeten vloeien.
- Vetstof. Hiervoor wordt roomboter of margarine gebruikt. Roomboter heeft een betere smaak, waarbij voorkeur wordt gegeven aan hooi- of stalboter vanwege het hogere smeltpunt. Bij margarine wordt meestal cakemargarine gekozen.
- Suiker. De soort is afhankelijk van het eindproduct. Er wordt voornamelijk gebruik gemaakt van basterdsuiker, omdat deze goed verdeeld in het deeg en een vrij sterke kleur geeft bij het bakken.
- Vocht. Hiervoor kan melk, eieren, eiwit, eidooier of water voor worden gebruikt.
- Eventueel smaakstoffen.
- Eventueel werkende stof. In sommige zetdegen wordt een chemisch rijsmiddel gebruikt. Dit geeft het deeg een bros karakter en open structuur.