Het rijsproces begint in de kneder en eindigt in de oven met verschillende tussenbewerkingen zoals doorslaan, verdelen, opbollen en opmaken.
Het rijsproces bestaat uit verschillende rijsonderdelen en varieert tussen de 2 tot 6 uur:

  • Direct na het kneden moet het deeg rusten om het gist zijn werk te laten doen. Dat kan als totaal deeg: bulkrijs, of in afgewogen of afgemeten stukken: eerste bol- of puntrijs, afhankelijk van de vorm van het deegstuk;
  • De afgewogen of afgemeten deegstukken gaan daarna de rijskast voor de bol- of puntrijs;
  • Daarna volgt de narijs waarbij de deegstukken hun uiteindelijke vorm hebben, zoals busbrood, dat in het bakblik de rijskast in gaat.

Het rijzen is bedoeld om:

  • Voldoende koolzuurgas in het deeg te brengen om een luchtig brood te verkrijgen; het koolzuurgas gaat er bij de diverse tussenbewerkingen namelijk grotendeels uit;
  • Het deeg verder te ontwikkelen zodat het gashoudend vermogen optimaal wordt ;
  • Het aantal gaskernen in het deeg te vergroten om een fijnere kruimstructuur re verkrijgen.